Tijdens de stakeholdersbijeenkomst ‘Kwetsbare buurten’ van Eigen Haard op 10 mei 2019 sprak Songül Mutluer over ‘haar’ wijk Poelenburg.
Een paar weken geleden was de directie van de VNG op werkbezoek in Poelenburg in Zaanstad. De algemeen directeur van de VNG, Jantine Kriens, was ook mee. Zij is zelf opgegroeid in Poelenburg en voor haar was het een trip down memory lane. Ze schreef haar column erover in het VNG-magazine. Over het huis dat veel kleiner was dan in haar herinnering, en over de school die veel dichterbij was dan ze had gedacht. En over haar ouders die daar hun gezin startten, vol verwachting van wat de toekomst hen zou brengen.
In haar column vertelt ze hoe ze is getroffen door de heftige problematiek die nu in ‘haar’ Poelenburg speelt en hoe dat komt. Komt het door de geïsoleerde ligging, zo aan de rand van de stad, dicht bij Amsterdam, of door het stelselmatig wegkijken van de overheid, bij wat daar gebeurde? Een beetje vertwijfeld sluit zij af met de hoop dat ‘de kinderen die nu in Poelenburg worden geboren later met dezelfde trots en hetzelfde verwachtingsvolle perspectief (als haar ouders) naar hun toekomst kunnen kijken.’
En dat is de opgave waar we nu als lokale overheid voor staan. Want ondanks dat mensen er fijn wonen, dat de woningen van de corporaties de laatste jaren allemaal zijn gerenoveerd, dat er nergens zoveel speeltuintjes zijn als in Poelenburg en dat de openbare ruimte is opgeknapt en er goed uitziet: achter de voordeur gaat het alleen maar slechter.